Uit de financiële wereld                                                                        

In deze maandelijkse rubriek belicht ik steeds een ander financieel onderwerp. Deze keer: 'is aflossingsvrij lenen nog toegestaan?'.

Wie voor het eerst een woning koopt moet de hypotheek volledig in maximaal 30 jaar aflossen. Dit in tegenstelling tot vóór 1 januari 2013. Vóór die datum was het namelijk nog toegestaan om een deel van de hypotheek aflossingsvrij aan te houden, oftewel zonder af te lossen op de lening. Bij aflossingsvrij lenen betaal je alleen rente en los je dus niet af. Deze lening wordt om die reden ook niet lager zolang je daar niet zelfstandig op aflost of bijvoorbeeld de woning verkoopt. Met eigen aflossingen kun je de lasten verlagen en er zo bijvoorbeeld voor zorgen dat de lening ook ná pensionering nog betaalbaar is.

De verplichte aflossing voor starters op de woningmarkt zorgt nogal eens voor verwarring bij mensen die al vóór 2013 een hypotheek hadden en nog steeds hebben. Deze woningeigenaren hebben namelijk een zogenaamd overgangsrecht. Dit houdt in dat ze in de basis recht hebben op een aflossingsvrije lening. Oók wanneer ze verhuizen of bijvoorbeeld de hypotheek zouden oversluiten. Ze verliezen daarmee niet hun overgangsrecht en mogen ook in de nieuwe situatie nog steeds aflossingsvrij lenen.

Een voorbeeld ter verduidelijking: familie De Groot heeft in 2005 een woning gekocht en op de woning rust een hypotheek van € 200.000. In 2019 verkopen ze hun woning voor € 250.000 en realiseren dus een winst (overwaarde) van € 50.000. Vervolgens kopen ze een andere woning voor € 300.000 (incl kosten) en gebruiken de winst op hun oude woning om de nieuwe hypotheek te verlagen. Voor de nieuwe woning hebben ze daarom een hypotheek nodig van € 250.000. De vraag is nu hoe de nieuwe hypotheek eruit kan komen te zien. Omdat familie De Groot al vóór 2013 een hypotheek had hebben ze dus overgangsrecht en mag een deel van de nieuwe hypotheek weer aflossingsvrij. Hoe groot mag dit aflossingsvrije deel dan zijn? De hoogte van dit aflossingsvrije deel is maximaal gelijk aan de hoogte van de oude hypotheek van € 200.000, maar mag nooit hoger zijn dan de helft van de waarde van de nieuwe woning. Oftewel, in dit geval mag het aflossingsvrije deel maximaal € 150.000 zijn. De rest van de nieuwe hypotheek ter hoogte van € 100.000 zal afgelost moeten worden.

Voor een oversluiter geldt dus hetzelfde. Je hypotheek oversluiten omdat je graag een lagere rente wilt, maar wel in dezelfde woning blijft, betekent niet dat je je rechten verspeelt. In je nieuwe hypotheek kun je gewoon weer een (groot) aflossingsvrij deel opnemen.

Kortom: je verliest je aflossingsvrije rechten niet bij verkoop of oversluiten. Wanneer verlies je je rechten dan wel? Je verliest je recht op een aflosssingsvrije lening wanneer je ná verkoop van je woning niet tijdig een andere woning koopt. Bijvoorbeeld door tijdelijk te gaan huren.

Vraag je je na het lezen van bovenstaande af in hoeverre aflossingsvrij lenen in jouw situatie nog zou mogen en wanneer je je rechten precies verliest? Bel of mail mij dan eens voor het maken van een vrijblijvende afspraak. Je wordt er altijd wijzer van!

Ik ben bereikbaar op 06-83333432 of op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Geert Jan Haringsma

www.gjhfinancieeladvies.nl

Erkend Financieel Planner/ Erkend Financieel Adviseur                                

© 2024 GJH Financieel Advies | Vergelijkingskaarten | Algemene Voorwaarden | Privacy Statement | Links
Back to Top