Uit de financiële wereld

In deze maandelijkse rubriek belicht ik steeds een ander financieel onderwerp. Deze keer: 'hypotheek en scheiding'.

Partners met een koopwoning zijn in de meeste gevallen ieder voor de helft eigenaar van die woning en samen verantwoordelijk voor de hypotheek. Maar wat gebeurt er eigenlijk met de hypotheek wanneer je uit elkaar gaat en één van beiden in de woning blijft wonen? Antwoord: jouw hypotheek wordt wezenlijk anders.

Waarom verandert de hypotheek bij scheiding? De wetgever redeneert namelijk als volgt: de in de woning achterblijvende partner 'koopt' de helft van de woning van de vertrekkende partner en moet hierbij ook de helft van de hypotheekschuld van de vertrekkende partner overnemen. Het hypotheekdeel van de blijvende partner hoeft meestal niet aangepast te worden. Het gaat om het hypotheekdeel van de vertrekkende partner. Omdat dit deel van de hypotheek betrekking heeft op de overname van de helft van de woning van de vertrekkende partner, beschouwt de wetgever dit als 'aankoop van de helft van een woning'. Om die reden is de achterblijvende partner verplicht het deel dat overgenomen wordt van de andere partner tenminste annuïtair af te lossen (en niet langer aflossingsvrij).

Een voorbeeld ter verduidelijking: man en vrouw hebben een koopwoning met een waarde van € 250.000. Op de woning rust een hypotheek van € 200.000. We nemen hier aan dat de hypotheek volledig aflossingsvrij is. Er wordt dus niet op afgelost. Nu gaan ze uit elkaar en ze besluiten dat de man in de woning blijft wonen. De man heeft hypotheekadvies ingewonnen waaruit is gebleken dat hij de hypotheek zelf, op zijn inkomen, zou kunnen dragen. Maar hoe ziet deze nieuwe hypotheek er dan uit? De bestaande lening van € 200.000 staat voor de helft op naam van de vrouw. Omdat de man de helft van de woning van de vrouw 'koopt' zal hij ook de lening moeten overnemen. De genoemde helft van de vrouw is voor de man fiscaal gezien een nieuwe lening die hij niet eerder gehad heeft. Om die reden zal hij de helft van de bestaande lening om moeten zetten naar een annuïtaire of een lineaire lening. Daarnaast is er overwaarde op de woning (de waarde na aftrek van de hypotheekschuld) van € 50.000. De vrouw heeft recht op de helft van die overwaarde, en dat is € 25.000. Wanneer de man dit bedrag óók wil lenen bij de bank zal ook dit deel annuïtair of lineair afgelost moeten worden. Kortom: een groot deel van de oude aflossingsvrije hypotheek wordt omgezet naar een annuïtaire hypotheek wat vooral gevolgen zal hebben voor de hoogte van de maandlast.

Maar wat gebeurt er als je de nieuwe hypotheek niet omzet naar een annuïtaire hypotheek terwijl dat volgens de fiscale regels wel zou moeten? Het deel van de hypotheek dat je niet verandert of aanpast, gaat voor de aangifte inkomstenbelasting naar box 3. En dit betekent dat de hypotheekrente over dat deel in box 3 niet langer fiscaal aftrekbaar is en dat de belastingteruggave behoorlijk lager zal zijn!

Je kunt je voorstellen dat dit vaak tot complexe en onbedoelde financiële situaties leidt. Nieuwsgierig naar hoe het in jullie specifieke situatie gaat en welke oplossingen er zijn? Bel mij gerust voor een vrijblijvend gesprek. Ik heb een aanstelling bij alle grote banken en kan namens jullie bemiddelen bij het (deskundig) omzetten van de hypotheek.

Voor een vrijblijvende afspraak ben ik bereikbaar op 06-83333432 of op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Geert Jan Haringsma

Erkend Financieel Planner/ Erkend Financieel Adviseur

© 2024 GJH Financieel Advies | Vergelijkingskaarten | Algemene Voorwaarden | Privacy Statement | Links
Back to Top